Eigenlijk wilde ik naar ‘Blaat’, ik vond dat destijds een ongelofelijke kut-voorstelling en ik wou weten of ik inmiddels, nu ik meer ben ingevoerd in de Dood Paard esthetiek, mijn mening moest herzien. Maar het liep anders: een actrice werd plotseling ziek. Een normaal mens last dan af. Maar Dood Paard nam een besluit: andere voorstelling spelen. Terwijl we voor de zaal-deur stonden wachten, werd het andere decor en twee appelsap naar binnen gedragen. Kijk dat is dus hard-core.
Verrassend samenspel van moderne dans, muziek, videobeelden en performances. Eenvoudig van opzet, rustig qua theaterbeeld, van begin tot het eind buitengewoon boeiend en meeslepend. Vier ijzersterke, totaal verschillende dansers/performers vertellen ieder over hun achtergrond en hun beweegredenen tot hun passie voor het theatervak. Vette pluim voor de choreograaf.
Ik wordt zo moe van de verdomde ijdelheid van de Suver Nuvers. Het nivo van SN is afgezakt van leuke eigenzinnigheid naar KKKKKunst zonder ballen en met een hoge voorspelbaarheid. De twee dames krijgen geen ruimte en moeten bloot rondrennen omdat Dette in Amerika is (staat ook nog eens in de NESbrochure (fijn om te weten!)). ‘Troost’ is wat je al verwacht had en nauwelijks een druppel meer; hooguit wat ontroerende beelden. Maar een karige lijn en met name IJDELHEID ten top. We maken geen kunst, we ZIJN kunst! Suver Nuver moet terug naar af.
In 1987 was ‘Tristan en Isolde’ de eerste opera die ik ooit zag en ik vond hem verschrikkelijk. Nu 14 jaar en ongeveer 40 opera’s verder vond ik hem geweldig. Er is haast geen handeling, maar wat een muziek, wat een stemmen, wat een orkest. Het was voor het eerst dat ik bij een opera niet in slaap viel. En dat bij een duur van 5 uur!
Een drieluik, waarvan de eerste, ‘Le sacre du printemps’ met de Kalaripayat-dansers formidabel is; het samenspel tussen paard en danser en acrobaat, prachtig van beweging, licht en spektakel! Luik 2 en 3 een komplete anti-klimax: luik 2, twee dansers in vaag samenspel met gipsen (!) paardenbeelden, wel prachtige klarinet, maar ook te lang; luik 3 alleen dressuur, knap, maar niet te vergelijken met luik 1 en voor dressuur ga ik liever naar elders! De verwachting naar meer van ‘Le sacre du printemps’ maakt de anti-klimax nog sterker, maar deed ook luik 1 verdwijnen: de opgetogenheid en bewondering ging uit als een nachtkaars; het kruit was al verschoten! Heel Heel jammer. Dolgraag wil ik luik 1 nog een keer zien!
Drie lange luiken lang volksverlakkerij. Luister thuis maar naar Stravinsky op cd.
Het begon zo mooi met het opengaan van het doek (de essentie van de magie van het theater, één gewei!). Maar daarna was het vooral veel ge-emmer over huwelijksproblemen met hoogoplopende emoties. Lars Norén wilde graag dat zijn stukken klein worden gespeeld, nou dan bevalt deze voorstelling hem niet, vermoed ik zo. 3 uur lang heb ik me af zitten vragen waarom dit stuk niet in een kleine zaal staat, waarin meer ruimte is voor nuances en klein spel. De acteerprestaties waren af en toe best mooi, maar over het algemeen was het alleen maar genant. Tja, het is niet anders. Ik ben nog nooit zo blij geweest met de blackout.
Een traag begin en een nog trager einde, maar het middenstuk maakt veel goed. Venijnig gespeelde steken onder water en hoog oplaaiende ruzies. Hoera! En een extra gewei voor Reinout Bussemaker.
De tekst van Ko van den Bosch is bijzonder goed, de uitvoering van de acteurs was helaas niet geweldig: vermoedelijk werden ze, net als ik, afgeleid door een aantal mensen dat hardop door het stuk heenpraat (bijzonder irritant!). Jammer, gemiste kans. Ik ga het stuk nog maar eens lezen.
Mooi gespeelde voorstelling van een een vooral naar het einde iets te langdradig stuk. Maar die acteurs! Die zinnen van Maria Goos! Dat geweldige komediespel! Die Gijs Scholten! Toch nog een blikje vanwege het lelijke decor en die fantasieloze belichting. Maar voor de rest veel lof. Dit stuk zou in een ingedikte versie Broadway veroveren. Met ‘onze’ acteurs!