Collage voorstelling van interviews, Underbergjes en veel microfoons. Erg klein en onderzoek-achtig, voor de liefhebber zeg maar, gelukkkig ben ik dat. Niet alles is even spannend, maar naar verloop van tijd valt wel op hoe onzinnig interviews eigenlijk zijn. Filosofisch avondje in een mooi zaaltje in de Balie waar ik nog nooit was geweest.
Pasolini begint met de opkomst van een vrouw, die later de almaar zwijgende moeder blijkt te zijn. Twee acteurs volgen en beginnen op een cabareteske manier te spelen met de grenzen van wat op toneel allemaal zomaar kan, of niet kan. Later krijgen we op een meer beeldende en sterk fysieke manier te zien hoe die grenzen beetje voor beetje kunt oprekken: veeel eten, drinken, huppen, plassex etc.. Wouw wat een spelplezier, subtiele poezie en lichamelijke slagkracht. Jongens, moeder bedankt, het was een waar genoegen.
Ze worden niet veel meer gespeeld, de stukken van Oscar Wilde. Ze zijn dan ook nogal gedateerd. Maar als ‘t Barre Land, samen met Waas Gramser en Kris Van Trier van de Onderneming, er eens hun goesting mee doen is Oscar Wilde terug die spitante dollefratsenverkoper. De twee meest bekende stukken worden hier dooreengeweven zodat er nog meer verwarring ontstaat. Naar het einde toe wordt het helemaal te dol. De aankleding is eigentijds en dient toch de tekst.
‘t Barre Land vormt een hecht, op elkaar ingespeeld, blok. De beide leden van De Onderneming passen zich wonderwel in de speelstijl.Theater moet ook onspanning zijn en dat wordt hier op een enorm hoog niveau geboden.
In a land is een voorstelling zonder tekst met heel veel acteurs. Dat klinkt interessant, maar dat is de voorstelling niet. Hij begint met een filmpje, of liever een soort bewegende diavoorstelling van iemand op de rug gezien in verschillende landschappen. Vervolgens komen de acteurs één voor één op, kijken het publiek een tijdje aan, draaien zich om en verdwijnen op een gegeven moment weer. Meer is het niet. Meestal ben ik niet vies van dit soort minimalistische voorstellingen. Maar dit was echt een brug te ver. Een gewei voor alle figuranten die het toch maar gewoon deden.
Hilarisch begin. De mens als object confronteert ons met ons gedrag. De lege zinnen, de clichees maken de onmacht voelbaar om tot werkelijke relaties te komen. De film vond ik te lang. Het medium film is te dood van zichzelf. Wat voor mij bij Kassys werkt is kijken naar live morsdood zijn. Dat vind ik confronterend en ontroerend.
Vermakelijke voorstelling met mooi spel van drie fantastische acteurs: Gijs Scholten van Aschat, Porgy Franssen en Geert Lageveen
Frank Vercruyssen alleen op de scène, meester van de situatie, en dat een kleine 3 uur lang. Een Frank Vercruyssen ook die volledig is ontbolsterd en ook zijn plezante kanten laat zien.De rode draad in de tekst zijn de - inmiddels bekende - vragen van Max Frisch. Daarrond worden een aantal verhalen geweven, onschuldige, plezante verhalen.
Maar na de pauze verandert de voorstelling van toon. Een eindeloze reeks van defentie-uitgavens met de vraag wat men met dat geld zou kunnen doen om de miserie uit de wereld te helpen. Drammerig maar pakkend. Na deze uitbarsting, gaat Frank terug gewoon voort met zijn verhalen. Wie zoekt naar de relevantie van het theater heeft het hier (terug) gevonden.
De winnaar van het theaterfestival, terecht!
Wat Raven Ruëll hier met Claus doet past volledig in de lijn van vandaag : oudere, klassieke teksten brengen op een hedendaagse manier zodat ze toch relevant blijven en de hedendaagse toeschouwer aanspreken (Boermans, Mafalaani). Steevast komen componenten als een losse acteerstijl, een creatieve, non-conformistische scenografie en een eigentijdse tekstbenadering naar boven.
Niet dat dit vergeten stuk van Claus een “klassieke” tekst is, Claus had het zelf als een burleske opgevat. Ruëll heeft het zelfs soberder opgevat als wat Claus voor ogen had. Daarom juist dat het kijken naar een stuk vaderlandse geschiedenis ons nog meer achterlaat met die bitterzoete smaak.
Bruno Vanden Broecke is schitterend als de koning die aanvankelijk de zaken niet onder controle heeft en zich dan maar neerlegt bij zijn rol als wansmakelijk potentaat.
Raven Ruêll, een naam om te volgen.
Mengde ‘t Barre Land en De Onderneming twee stukken van Oscar Wilde door elkaar (geselecteerd voor het theaterfestival), Stan doet nog beter en maakt een heerlijke cocktail uit een ganse reeks stukken van Molière. Toch blijft het een zeer homogene voorstelling door een zeer homogene cast.
Het raast over je heen, proberen de stukken in te herkennen heeft op de duur geen zin meer. Komedie zoals het nog gespeeld kan worden. Molière is niet populair meer, maar zo smaakt het naar nog
Jammer, heel jammer. Met dat gevoel verliet ik de zaal. Jammer dat ik niet buiten ben gebleven. Jammer dat ik 10 euro moest betalen voor deze schattige (pejoratief bedoeld) drek. Neem kinderen eens au serieux, meneer peter de graef, ze zijn niet dom en zeker niet naief. Al die betutteling (je weet wel wat ik bedoel). Ik ben wel bereid om twee geweiën te schenken aan de twee acteurs die de ondankbare taak hadden om een rol over te nemen in zo’n korte onmenselijke tijd. Kristien De Proost en Pepijn (kotmadam-ster) Caudron doen hun best, maar kopiëren duidelijk regie-aanwijzigen. Deze voorstelling was naar het schijnt niet bedoeld om hernomen te worden, maar moest vlug de lege plek, achtergelaten wegens het cancelen van naar mijn mening schitterende stuk-musical-totaalspektakel Kale Koppen, invullen. Kale Koppen en zijn hernemeing werd afgelast wegens slechte recensies terwijl het een gedurfde sprong in het ongewisse was en nieuwe grenzen voor kindertheater in de 21ste eeuw definieerde. Hiermee wordt opnieuw de lafheid van Het Paleis en diens keizerin Barbara Wijckmans aangetoond. Schande, hoe u zich verlaagt tot oppervlakkige en oninteresante keuzes, mevrouw Wijckmans. Wel 1 lichtpunt in de gerecenseerde voorstelling, namelijk de ‘verdwijntruc’ van de acteur die de stoute meneer moest spelen. Nog nooit zijn coulissen zo inventief gebruikt als toen.