Gelukkig, ik voel me gelukkig. Door de koe. Met zijn allen voelen wij ons goed. ook mijn huisgenoten die mee waren. Wordt gelukkig ga naar de koe toe. Het kan nog. De 27e in Vlaams cultuurhuis de Brakke Grond te Amsterdam; en daarna eventueel weer volgend seizoen. Gewoon doen. Je gaat je er goed door voelen. En langs het tuinpad van mijn vader zingen.
Het decor was veelbelovend. Zodra het orkest op kwam wist ik het eigenlijk al…dit gaat geen goede voorstelling worden.Luid piepend en brommend brachten zij muziek ten gehore. De verhaallijn was moeilijk te volgen, ook door het vele gezang en latijnse uitspraken. En af en toe Mozart die weer een verhaal in het duits sprak. De intro was te lang, het verhaal kwam pas opgang toen ik al een idee had van “wat zal ik zometeen eens gaan drinken na de voorstelling” Veel toespelingen op de sexualiteit tussen Dorabella en de anderen(behalve Leporello ) Wat ook wel ging vervelen. Waldemar was dan wel weer leuk met zijn blauwe maillot en rode lippenstift. Maar een pop aftrekken op het podium vond ik dan weer te ver gaan..(Hij acteerde wel een beetje overgedramatiseerd) 1 gewei voor de mooie kuiten van Waldemar!
Misschien een ouwetje, omdat het hier ging om een zogenaamde revival-tour en Opus one er ook in de zomermaanden in openluchttheaters mee tourt. Voor mij was het een eerste kennismaking met het werk van Opus One. En wat voor één! Zelden zoveel vaart, energie en enthousiasme gezien bij een professionele tour. Het spetterde van begin tot einde. Onwijs gaaf. De choreografie van Frans Schraven hoort thuis binnen het rijtje van de klassieke grootmeesters. Bovendien is zijn interpretatie van Mowgli onavolgbaar. Wat een spierbeheersing, wat een souplesse en vooral, wat een humor!
Ik vind familievoorstellingen en musicals echt geen vloeken in de kerk. Het lijkt wel of Moose alleen geïnteresseerd is in het “grote” werk,whatever that may be. Ik wilde toch even een lans breken voor deze geweldige voorstelling. ik ben heel benieuwd naar hun “Alice” het komende seizoen. Toppie!
Alex Roeka geeft een concert met zijn band (3 man) met literaire en vooral bijzondere teksten. Over de nacht, verlangen, die eeuwige drank, hoeren, zwerven etc. Dit met een komisch praatje aaneengekletst en met luchtige muziek om het zwaarmoedige te verlichten.
Een absolute aanrader juist voor jongeren die van taal en muziek houden!
Zalige voorstelling naar het enige boek van Cissy Marxveld. Nee maar echt, ze hebben er echt wat leuks van gemaakt. Energieke acteurs (stuk voor stuk totaal onbekende namen voor mij) die de eendimensionale personages van van Marxveld (zoals de wilde negerin, en de brave blondine) met de nodige humor spelen en zichzelf ook af en toe flink voor gek zetten door melige toevoegingen als ‘zei Gerrit-Jan treurig’. Er is over nagedacht dus, het heeft vaart, er zijn leuke liedjes (jammergenoeg niet allemaal even goed uitgevoerd), het is waar voor je geld (20.00-22.45 incl pauze), kortom ze maken zich er niet gemakkelijk van af. En het publiek vindt het heerljk (ik dus ook).
Ik vond het een vreselijke voorstelling, maar hij maakt wel indruk. Er is heel veel van de tekst langs me heengegaan, ik vond Fedja van Huet erg saai, op een gedeelte vlak voor het einde na, toen kreeg ik compassie met hem, maar toen kwam weer een van die saaie monologen, waarvan een aantal steeds weer werden herhaald en weg compassie. De geweien zijn voor Aus Greidanus jr., de enige acteur waar ik met genoegen naar keek, hij leek, als enige, te leven en een van de musici,ik weet zijn naam niet, hij stond rechts op het podium, ik vond zijn concentratie schitterend, ik keek vaker naar hem dan naar de acteurs. De tomaten zijn voor Peter Verhelst en Johan Simons, want die hebben dit de akteurs aangedaan. Het magistrale van Shakespeare vind ik, behalve de taal die nooit saai is, dat hij humor stopt in zijn tragedies en tragiek in zijn comedies. Ik vond dit alleen maar zeer zwart en hopeloos en zwaar. Maar wel knap, dat wel.
Een helder idee en bij vlagen zeer overrompelend. Ik moest zeer mijn best doen om open naar de teksten te luisteren en ze niet als quasi-poezie te bestempelen. De beelden waren heel sterk, het ritmisch rondklikken van de dia’s, de muziek, het donker. Toch mis ik leven in deze voorstelling. Alles gaat te traag, te heilig.
Wanneer het Publiekstheater een echte publieksvoorstelling maakt, dan is dat wel eens oppassen geblazen. Vorig jaar nog, bij de Vlaamse klassieker bij uitstek ‘het gezin van Pamel’ bleek dat te eindigen in een flauwe voorstelling… Regisseur Domien Van Der Meiren ontwijkt die val, door meteen te kiezen voor een - naar theaternormen - vreemde formule. Het stuk begint bij het einde. Al van bij het begin geraak je gefascineerd door deze werkwijze.
Tom Lanoye - momenteel misschien wel dé populairste schrijver in Vlaanderen - liet zich in deze voorstelling opnieuw opvallen als een ooggetuige van typisch Vlaamse situaties. Wellicht voor Nederlanders niet altijd even volgbaar. Hoewel de aanwezige Nederlanders en zelfs een paar Kosovaarse Vlamingen zich aardig amuseerden. Wellicht een beetje omdat zélfs zij een aantal Vlaamse clichés herkenden. Persoonlijk heb ik zelfs meer genoten van deze rake observaties, dan van het verhaal zelf… Ook fascinerend is vaak het randje van het politiek correcte denken dat hier tentoon wordt gesteld. Allochtonen worden hier net zoveel te kakken gezet als brave en minder brave Vlamingen. Dat zorgt voor monkelgelach bij sommigen, bij anderen bij verveeld lachen ‘mag ik hier wel mee lachen’.
Met de keurige schare acteurs die Van Der Meiren kon bijeen harken, kan er weinig mislopen. Je geniet mateloos van de rake typering, het vaak dolkomische acteren. Misschien is het niet dé perfecte voorstelling geworden, door de tekst zelf. Daarin had wellicht meer geschrapt mogen worden. Af en toe merk je wel dat deze tekst geschreven is voor een theaterstuk. Precies daarom resulteert het niet altijd in grote literatuur… Maar dat is wellicht met deze publieksvoorstelling niet echt de bedoeling.
Twee geweien voor de perfecte acteerprestaties, ééntje voor de typering van het Vlaamse verenigingsleven, twee voor de regie (het stuk omgekeerd spelen, maakt het zeker en vast boeiend)en één klein tomaatje voor het gebrek aan durf van Lanoye om te schrappen in bepaalde stukken tekst (de uitleggerige monoloog had al bij al wat korter gemogen)
Mooi stuk van een beginnende theatergroep. Een stuk wat je met veel vragen laat zitten, zoals: Waar zaten ze nu werkelijk? Zijn ze dood of leven ze nog?
Bijzonder geslaagde teksten.
De tomaat is voor die irritante piep aan het einde.
Mooie voorstelling. Het stuk van Ibsen wordt in omgekeerde volgorde gespeeld, het derde bedrijf als eerste. Dat is grappig, want de nadruk komt zo minder te liggen op de bouwmeester, maar op Hilde, het jonge ding dat zijn hoofd op hol brengt. De regie is af en toe weldadig onmodieus: de bedrijven worden door een acteur aangekondigd; af en toe stapt een acteur uit zijn of haar rol om op heftige muziek uiting te geven aan gevoelens die de tekst hen ontzegd. Carola Arons speelt Hilde mooi afstandelijk en ook Bert Luppes speelt erg ingehouden. Klein tomaatje, omdat het toch wat braaf is. Overigens is het nieuwe theater van het OT werkelijk prachtig; een houten huis in een glas-en-betonnen hal, erg mooi.