minirecensies

minirecensies

Er zijn al vele uitvoeringen geweest van deze Dreigroschoper van Brecht en Weill. En velen hebben gepretendeerd “de originele” te zijn. Maar ondanks dat de gehele tekst (dus ook de gesproken) in het Duits was, vond ik hier weinig origineels aan. Bovendien was de uitspraak van sommige zangers beroerd. MacHeath was amper te verstaan.
Opera Zuid had gekozen voor zangers in hun rolbezetting. Dat kan heel positief werken, maar dan moet je ook zangers met spelcapaciteiten hebben. En met uitzondering van Mrs. Peachum, Polly Peachum (Maaike van Widdershoven) en bovenal een fantastische Ansager (Jeroen Manders - gewei), waren de spelcapaciteiten bedroevend. De Mise-en-scène maakte het de spelers ook vaak nog eens extra moeilijk. Goed voorbeeld daarvan was de ruzie tussen Polly en Lucy. De regiseusse had besloten om ze fysiek zo ver mogelijk uit elkaar te plaatsen. In mijn optiek zijn het echter twee katten die elkaar in de haren moeten zitten. En dat typeerde de hele voorstelling. Over het algemeen: heel tam en vlak en beheerst. Het venijn, het vuil, de geilheid, het onderbuikgevoel wat deze voorstelling had moeten oproepen ontbrak. Zelfs de dansjes waren van een schoolvoorstellingniveau.
De costumering maakte veel goed (2e gewei). Het decor was functioneel maar weinig origineel. Af en toe leverde het wel mooie plaatjes op, zoals de hoeren op hun krukken in hun cabinetjes. Het Brabants Orkest probeerde er nog van te redden wat er van te redden viel. Al met al, te braaf, te netjes, te gemaakt. Teleurstellend!

peter stax gezien 08/06/2004

Beter laat dan nooit.
Hopend op een Wachten op Godot waarin alle beloften die het stuk met zich meedraagt eindelijk eens ingelost zouden worden zat ik in de KS. Alle elementen waren aanwezig, interessante casting van Mini&Maxi als Didi en Gogo, aangevuld met topacteurs Stefan de Walle en Peter Tuinman. Zo moet Becket het ooit gewild hebben. Komedie op het scherpst van de snede. Maar helaas, er werd niets ingelost.
In een mooie en keurige vormgeving speelden de komieken mooi en keurig hun rol. De moeite die ze met de tekst hadden vingen ze op door hun jarenlange samenspel-ervaring. Schattig om te zien hoe de een aangeeft en de ander afmaakt. En aandoenlijk om te zien hoeveel die twee door de jaren heen van elkaar zijn gaan houden.
Goh, de hoofdpersonen zijn eigenlijk niet Gogo en Didi maar Mini&Maxi! Heb ik me daar op zitten verheugen? Ik wil inzicht in de personages, niet in de acteurs! Het is toch niet te geloven dat je na zoveel jaar samen in de goot en tijdenlang doelloos wachten elkaar nog steeds LIEF vindt? Maar nee, van enige ergernis of vilein was geen sprake. Waardoor het vooral schattig blijft. Zelfs als Pozzo en Lucky met vaart opkomen (gewei voor die mannen die zich zo goed staande weten te houden in dit weeïge geheel) reageren Didi en Gogo vooral verbaast en geschrokken. Van boosheid of verontwaardiging geen spoor. Tenenkrommend dus. En saai.
Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk om het Haagse publiek dat vooral een leuke avond moet hebben. Didi: “We wachten, op Godot.” Vrouw in de zaal: “Ja, maar die komt niet.” Guttegut, wat zijn we met z’n allen toch weer fijn cultureel verantwoord!

SK gezien 20/05/2004

Om de zoveel tijd komen de leuke idioten van Bambie en het Hans Hof ensemble bij elkaar om een voorstelling in elkaar te flansen (op zondag). Die spelen ze vervolgens een keer (ook op zondag) voor een publiek dat boft. Ik bofte, want toen ik zondag de zaal inliep stond er aan de zijkant een man met een ongelofelijk grote hoed de drums te beroeren en naast hem een tweede man met zichtbaar genoegen op een cello te hengsten. En het werd alleen maar leuker. Er werd gedanst en gesprongen dat het een lieve lust was en iedereen was heel grappig modieuze nonsens aan ‘t verkondigen. Zo stopten twee acteurs een microfoon in hun mond en gingen vervolgens wijnvlekken op de grond becommentariëren als ware het een abstract schilderij. Maar het leukst was toen er een zeer fraaie actrice op mijn schoot sprong (voor mij alsnog onbekende redenen) en mijn gezelschap naast me uitgenodigd werd om polaroidfoto’s van het geheel te maken. Ik krijg jeuk op de verkeerde plekken van publieksparticipatie, maar dit was uitermate lollig. Het was kortom een zeer vrolijk ratjetoe van leuk vondsten en op het eind was er ook nog eens keer een lijk. De voorstelling is namelijk gebaseerd op een film. Hierbij de onthulling om welke film dat ging: dat was BlowUp (witte broeken!) van Antonioni. Een tomaat voor het feit dat er een mooie bakelieten telefoon sneuvelde. Dat deed pijn.

Roe gezien 06/06/2004

Voor wie het niet kent: de Ursonate is een 30 A4-tjes beslaand KLANKDICHT van Kurt Schwitters, avantgardekunstenaar. Het werd in de jaren ‘20 geschreven en het is geen toneeltekst. Wat ik heb gezien was dan ook geen toneel maar een voordracht. Het was een samenwerking van Antoinette Jelgersma (voordracht & idee) en Harry de Wit (compositie). Jelgersma klaart de klus in haar eentje en slaagt met vlag en wimpel. Dat zeg ik zo omdat voor mij deze tekst een monument in de kunstgeschiedenis is, waar ik veel tijd mee heb doorgebracht. Dus mijn verwachtingen waren hooggespannen. De Ursonate is een aaneenschakeling van klanken, het is een strakke compositie die je serieus moet nemen als maker, maar waarom je absoluut moet kunnen lachen als publiek. Het is ronduit hilarisch als een volwassene ‘woorden’ als RRUMMPFF TILLFF TOOOO schreeuwt fluistert en zingt. Ik heb gelachen, hard. Fijn.
Natuurlijk waren er een paar bezoekers die niet wisten waarin ze verzeild waren geraakt (ondanks de inleiding), die zaten als aan hun stoel genageld zich plaatsvervangend te schamen. Niet nodig.
Deze Oersonate is een bevrijding, een mooi ding. En ook schrijnend als je bedenkt dat ‘ie geschreven is net na de Eerste Wereldoorlog. Dat de wereld gek is.

KK gezien 05/06/2004

Een groot spektakel met 60 spelers brommers en auto’s, rook en vuur en een groot prachtig fabrieksterrein waarover 200 man publiek met tribunes en al verreden wordt. Brein achter dit alles is vormgever Sjoerd Wagenaar, en dat doet ‘ie goed, vormgeven. Het contrast in spelprestaties is vaak pijnlijk; veel amateurs tegenover 2 professionele acteurs. De tekst is van Jan Veldman, die helaas buitensporig veel naar zichzelf verwijst. Faust is fabrieksdirecteur (gespeeld door Menno Stijntjes > gewei voor zijn prachtige waanzin-scene) die na zijn ziel verkocht te hebben aan de duivel terecht komt in de hel, en uiteindelijk toch toegelaten wordt tot de hemel. Die omslag aan het einde komt volkomen uit de lucht vallen. Prachtig vond ik god en de duivel die twee mannetjes in overall zijn die overal tussendoor scharrelen, achter de feiten aan. Al met al is het een bijzondere voorstelling die diep gewordteld is in de omgeving (Ter Apel), dat is voelbaar in het publiek en bij de spelers. Bijzonder.

KK gezien 05/06/2004

Met grote verwachtingen trad ik de zaal binnen… een dramatisch, psychologisch en intiem verhaal, een topcast en een fascinerend mooi decor met overweldigende licht/geluid-keuzes. En toch, ging ik uitermate teleurgesteld de pauze in.
Verban de flyers en recensies die de complete inhoud van de voorstelling al weggeven! De gehele eerste helft zat ik ongeduldig te wachten tot ‘het verhaal’ zou gaan beginnen. Het was immers al lang en breed bekend waar het verhaal over zou gaan, dus de opgebouwde spanning ging aan mij voorbij.
Er is gekozen voor een overdreven trage speelstijl.Tergend langzaam verplaatsen de spelers zich over het toneel en lijken ieder woord te willen spellen. Het hele effect van enkele ‘slow motion’ momenten, verdwijnt hierdoor. Opzich is het nadrukkelijk articuleren van woorden (letters zelfs)niet storend, aangezien de teksten uitermate mooi en diep zijn. Jammer was het dan ook dat enkele teksten verloren gingen wegens de slechte verstaanbaarheid die sommige spelers in het begin parte speelde.
De tweede helft begon het verhaal voor mijn gevoel pas echt. Boeiende en onvoorspelbare wendingen in het verhaal intrigeerde me en door de fluisterende tonen werd ik meer en meer naar het speelvlak toe getrokken. De personen in het verhaal leken zich ook meer bewust te worden van elkaar, zochten toenadering… durfde niet, wilde niet, maar toch wel… De 2 enige echte fysieke aanrakingen kregen hierdoor een enorme emotionele lading.
Na een hectische scene waarin iedereen rent, vlucht, maar onvermijdelijk verbonden blijft of wil blijven met elkaar, aan de geborgen illusie van veiligheid, is er een moment van rust. Een leeg toneel en het alles overheersende onweer raakte me. In dit moment drong het pas echt tot me door waar alle ellenlange monologen en dialogen en opgekropte emoties op duiden… Niets is terug te draaien, je krijgt geen tweede kans en het gezegde ‘het is nooit te laat om te leren’ klopt niet! Geschokt door deze onthulling, die geen mens te horen wil krijgen, kreeg het hele verhaal opeens zo veel meer betekenis. Een rilling kroop over m’n rug en flarden tekst uit het eerste gedeelte herhaalde zich in m’n hoofd. Ze waren nu zoveel beter te plaatsen. Het slot bracht de gewenste harde klap in mijn gezicht met zich mee.

Schrap de complete eerste helft, laat acteurs niet vast roesten in een onverstaanbaar gemompel en laat wat meer zién (alleen luisteren had mij net zoveel genoegdoening gegeven)… en dán… is het een schitterend mooie voorstelling! Nu kan ik het slechts ‘gewoon’ schitterend noemen…

Saar gezien 05/06/2004

Het was in 1 woord geweldig. Het wordt niet hoogdravend gebracht, maar het voelt aan alsof je in de huiskamer zit en observeert wat er allemaal gebeurt. Het gegeven dat er om je heen gelachen wordt doet je weer herinneren aan het feit dat je in het theater zit. Een gewei is voor Ella, de onbetwiste ster in het verhaal. Verder wil ik er absoluut 1 aan Gerrit Jan geven, die mijns inziens de rol van jonkheer haast beter weet te vertolken dan Robbert zelf. Een gewei voor de choreografie, fan-tas-tisch! En een gewei voor de ongedwongen losse flodders die terloops genoemd worden “…die nog in Engeland zat.” Hetty moet weer van het podium verdwijnen. Een een gewei voor de super muziek keuze en hoe het gebracht wordt. Een uiterst voldaan gevoel na afloop met de swing van de twenties nog in m’n tenen!

c.m. gezien 28/05/2004

Met name de voorbespreking was erg indringend en buitengewoon goed gedaan. Een ademloos publiek zat te luisteren naar vier personen die persoonlijk betrokken zijn bij de asielprocedures in Nederland. Daar blijkt dus geen hout van te kloppen. Een rechtsbescherming voor het individu van likmevestje blijken we in dit land te hebben. Als het goed is duurt het niet lang voordat het Europese Hof in Straatsburg ons een waarschuwing geeft. Ik hoop dat er in ieder geval snel iets gaat gebeuren.
De voorstelling was verder niet smashing, maar de boodschap wel buitengewoon nobel. Mooi vond ik ook dat, doordat het een Griekse tragedie was die gespeeld werd, het vluchtelingenvraagstuk werd neergezet tussen de grote vragen en emoties van het leven. Dat Sellars uiteindelijk zijn spirituele boodschap in een driedelige programma als een handige koopman verspreidde, vond ik om inhoudelijke en politieke redenen dan ook prima.

TH gezien 05/06/2004 op Holland Festival

Een waar drama deze voorstelling, met name door het gedrag van Dirk Tanghe. Deze voorstellling is magistraal, ik zat op het puntje van mijn bank, maar telkens vloog er een spook het speelvlak op of stond in mijn beeld te gesticuleren alsof het zijn prive feestje was. Ik heb genoten van de akteurs , genoten van dit dekor, genoten van de prachtige muziek, genoten van de sfeer, genoten van het magistraal (claire obscure) licht, met zijn 12 ‘ogen’van de overleden Alving, genoten van de prachtige tekst. Heb mij laten meeslepen naar de fjorden, de scandinavische bossen en bergen.Helaas werd ik telkens weer door dit egocentrische gedrag van de heer Tanghe gedwongen op de Utrechtse grond te landen en mij grenzeloos te ergeren.
ik heb een diep respect voor de acteurs en de technici.
Deze voorstelling getuigd van een lef en een visie zoals hij maar zelden getoond wordt in de nederlanden. Gaat dit zien maar vraag bij uw reservatie of op de bewuste avond Dirk Tanghe afwezig is want dan krijgt u een onvergetelijke mooie eindeloze avond die de schrijver Ibsen vast tot tevredenheid had gestemd. Ik ga zeker nog een keer om mij te laten overrompellen en op te kunnen gaan in deze weergaloze regie van de geweldenaar Dirk Tanghe en zijn tovenaar.

LV gezien 05/06/2004

Wat zag het er schitterend uit, en wat werd er prachtig geacteerd! Een indrukwekkende voorstelling. - En dat terwijl ik zo’n stuk van Ibsen eigenlijk verschrikkelijk vind. Een klassieker natuurlijk van het soort dat bepalend is voor een hele eeuw toneel, maar ik moet bekennen dat de thematiek van standsverschil, Victoriaanse schijnheiligheid en moeilijk doen over seksualiteit mij niet echt meer aanspreekt. Giselle Vegter, die veel dramaturgisch werk heeft verzet voor deze voorstelling, wees me erop dat het toch om heel universele thema’s gaat, en ze heeft vast gelijk, maar het was niet het stuk dat me boeide, het was het spel.
Net als Dirk Tanghe’s vorige productie, De Revisor, was ook deze weer volkomen over-gestileerd, maar nu de andere kant op. In plaats van vermoeiende altijd doorgaande karikaturale beweging in een grafische vormgeving was het ditmaal een magistrale traagheid die zich afspeelde in een naturalistische aankleding. Die traagheid werd héél consequent volgehouden, zodat het stuk weer een echt Tanghe-achtige vier uur duurde, en een aanzienlijk beroep deed op het uithoudingsvermogen van het publiek. Gelukkig zijn hij en zijn spelers in staat om een dergelijke boog werkelijk te spannen, want hoe bilverkrampend het ook was, het bleef fascineren. Het effect was vooral een enorme nadruk op de tekst, waarvan elke komma en elke kleine wending belangrijk werd. Meer dan er nu werd uitgehaald lijkt me niet mogelijk. Daarbij hanteerden de spelers enorme afstanden van elkaar van tien, vijftien meter, en kwamen er in al die uren welgeteld twee aanrakingen voor, die dan ook een enorm gewicht kregen. Wat een kracht en wat een melancholie! Zo’n gruwelijk personage als de wereldvreemde, of hoe moet je dat zeggen, ziele-vreemde Dominee Manders (Bas Keizer) boezemde me elke keer dat hij weer met de uiterste zorgvuldigheid iets verschrikkelijk verkeerds ging zeggen méér bijna fysieke walging in. Overtuigend spel ook van Maike Meijer als Helene Alving. En Elisa Beuger was een bloedmooie Regine, zó wrang als ze in de het derde bedrijf zegt. “Mevrouw had me wel op kunnen voeden als het kind van een notabele, dat had beter bij me gepast. / Ach, geen gezeik, wat maakt het ook uit.” Schitterende vertaling van Judith Herzberg trouwens.
Eén dingetje nog dat ik niet graag zeg, maar het moet toch even. Dirk Tanghe is heel geweldig en bijzonder en hij krijgt het voor elkaar zoals het niemand anders zou lukken, maar in zijn ongeremde enthousiasme gaat hij ook bij een voorstelling, bij de premiere, nog op de eerste rij aanwijzingen zitten geven en commentaar roepen, midden op de vloer zuchtend naar zijn prachtige speelsters zitten kijken, met grote gebaren naar zijn lichtmensen signaleren en wat we allemaal zo van hem kennen. Het is karakteristiek en charmant enzo en bij een try-out nog wel leuk, maar bij een voorstelling moet hij dat toch niet meer doen. Het is onprofessioneel en hij kleineert er zijn spelers mee. Sorry hoor, sla me maar, ik vind het echt.
Ga deze voorstelling in elk geval zien, en laat je imponeren.

Leonard gezien 05/06/2004
<< < 381382383 > >>
Syndicate content